Zwangerschap
Om een baby te kunnen krijgen is er seks nodig. Bij een meisje komt ongeveer een keer per maand een eicel uit een van de twee eierstokken (dit kan alleen gebeuren bij meisjes die een keer hun menstruatie heeft gehad). Het vrij komen van de eicel noemen wij de ovulatie. De eicel kan niet zelf bewegen dus beweegt deze door de eileider met behulp van een soort haren richting de baarmoeder. Als een eicel niet bevrucht wordt door een zaadcel komt er ongeveer 14 dagen later de menstruatie. Menstruatie houd in dat het lichaam de onnodige weefsel van de baarmoederwand opruimt. Een jongen maakt duizenden zaadcellen op een dag. Dit is nodig want één zaadcel moet bij de eileider komen om een eicel te kunnen bevruchten.
De eerste dagen nadat een zaadcel bij de eicel is gekomen beweegt de zaadcel naar het midden van de eicel toe en voegen de chromosomen zich samen. Een dag na dit gaan de cellen zich delen en dit gebeurt erg vaak. Terwijl de reis door de eileider naar de baarmoeder door gaat. Na ongeveer zes dagen is er een balletje met ongeveer een aantal honderd cellen bij de baarmoeder aangekomen. Het nestelt zich dan aan de binnenwand van de baarmoeder.
Er zijn twee holle ruimtes. Een van de ruimtes wordt de placenta, ook wel moederkoek genoemd. Hierin begint een deel van de cellen van de embryo te groeien. Het embryo is door middel van een navelstreng verbonden met de binnenkant van de placenta. De navelstreng zorgt voor zuurstof en voedsel naar de embryo toe en voert uitwerpselen af, dit gaat allemaal via het bloed.
Na ongeveer anderhalve week is de embryo anderhalve millimeter groot, het embryo bestaat dan uit drie laagjes. De eerste laag bestaat uit cellen die zorgen voor huid, haar, nagels en het zenuwstelsel. De tweede laag bestaat uit cellen die zorgen voor het skelet, spieren en het bloedvatensysteem. De derde laag zal zich gaan ontwikkelen tot longen, spijsverteringsorganen en nog andere organen.
In ongeveer twee maandjes worden alle belangrijke dingen gevormd. Dus de skelet, organen, ledematen en natuurlijk de ogen en oren. Na twee maanden als dit allemaal is ontwikkeld spreken we niet meer van een embryo maar van een foetus.
De foetus groeit steeds meer en ontwikkeld zich ook verder. Een erg belangrijke ontwikkeling is het geslacht. Dit gebeurt door de hormonen. Dit wordt door de genen aangestuurd. Voor het ontwikkelen van het vrouwelijk geslacht is oestrogeen nodig en voor het mannelijk geslacht is androgeen nodig. Na vier maanden begint de foetus zich steeds meer te bewegen. De organen komen op de goede plek te liggen en de moeder gaat beweging voelen. De longen zijn hier alleen nog niet klaar. De laatste drie maanden wordt de foetus groter en dikker. De nu inmiddels baby kan ademen, slikken, zien, horen, zuigen en huilen. Later wordt de baby geboren.
Embryo één week oud
Embryo elf weken oud
Foetus 24 weken oud
Baby 1 maand oud
Maak jouw eigen website met JouwWeb